e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen jong: jong (Swalmen) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: jông (Swalmen), vrijer: vriejer (Swalmen) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is jong: jông (Swalmen), vrijer: vriejer (Swalmen) verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Swalmen) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste knecht, manusje van alles werkknecht: wɛrǝk[knecht] (Swalmen) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: (oe kort houden).  joed (Swalmen, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: judas (Swalmen) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: judaspenning (Swalmen), WLD  Judaspenning (Swalmen) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffertje-in-het-groen juffertje in het groen: juffertje in het groen (Swalmen) Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)] III-2-1
juffrouw juffer: juffer (Swalmen), juffertje: jufferke (Swalmen) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1