e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langbenig paard grote jong: grote jong (Swalmen) [N 8, 20 en 62i] I-9
lange broek boks: bóks (Swalmen) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange dunne boom zwiebel: WLD  zwiebel (Swalmen) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak gard: gāērt (Swalmen), vits: WLD  wits (Swalmen) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange grijze kous slachtershoos: sjlegtershaoze (Swalmen) kousen, lange grijze ~ die door slagers (beenhouwers) over de broekspijpen worden gedragen [beenhouwerskousen] [N 24 (1964)] III-1-3
lange kleurige herenkous hoos: haoze (Swalmen) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange neus lange kuit: láng kuit (Swalmen), spitsneus: sjpitsnaas (Swalmen) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange onderbroek? onderboks: ongerboks (Swalmen) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange smalle broekzak boksenschede: boksesjei (Swalmen) zak, lange smalle ~ buiten op de rechter broekspijp waarin een lang mes e.d. wordt weggestoken [bokseschej] [N 23 (1964)] III-1-3
lange tijd rek: rèk (Swalmen) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4