e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontbost terrein met een schop omwerken vaardig maken: vē̜rdex mākǝ (Swalmen), zuiveren: zȳvǝrǝ (Swalmen) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen slechten: šlextǝ (Swalmen) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
ontlasting hebben afgaan: aafgaon (Swalmen), poepen: Kindertaal.  poepe (Swalmen), schijten: sjīēte (Swalmen), Ordinair.  sjiete (Swalmen) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)] III-1-1
ontsmettingsmiddel kalk: kalk (Swalmen) Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4
ontsteking ontsteking: ontsjtaeking (Swalmen), zwering: zwéérring (Swalmen) Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)] III-1-2
ontsteking van de oogleden natte ogen: naate ouge (Swalmen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: ontsteking van de oogleden (oogvliesjes)? [N 93 (1983)] III-3-2
ontvangen beuren: beure (Swalmen, ... ) in het bezit gesteld worden van bijv. geld [beuren, inbeuren ontvangen] [N 89 (1982)] III-3-1
ontzien ontzien: ontzeen (Swalmen), sparen: sjpâare (Swalmen) iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)] III-1-4
onvast ter been (zijn) vazel op de knoken: vazel oppe knö:k (Swalmen) lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2
onvolgroeide vrucht kraggel: kraGkel (Swalmen), WLD  kraGGel (Swalmen, ... ) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)] I-7