e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham met kaas kaasboterham: keesbottram (Swalmen) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet vetboterham: vetbottram (Swalmen) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood boterham met brood en mik: bottram mit brood en mik (Swalmen) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: ontbijtworst  bòterammewors (Swalmen), schonkenworst: boterhammenworst  sjónkewòrs (Swalmen) hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
boterkussentje boterbabbeltje: bôottərbabbəltjə (Swalmen) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
boterlepel boterlepel: botterlaepel (Swalmen), botterlepel: botǝrlē̜pǝl (Swalmen), botterspaan: botǝršpān (Swalmen), plets: plɛtš (Swalmen), spaan: špān (Swalmen) Lepel om de boter mee te kneden. Er bestaan platte lepels en lepels met ribbels. Deze laatste worden spaan genoemd. De lepels zijn van hout gemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 7, 20; N 12, 61; N 12, 61 add.; Ge 22, 4; monogr.] || lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] I-11, III-2-1
botervlootje boterpot: botterpot (Swalmen) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken horden: hō.rtǝ (Swalmen), oogsthorden: ǫu̯xshōrtǝ (Swalmen) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3
bouillon broei: breuj: vleesnat  breuj (Swalmen) Wat verstaat u onder: brui (groente, kool, vet of vleesnat?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] III-2-3
bouwland akker: akǝr (Swalmen), akkerland: akǝrlanjtj (Swalmen), land: lanjtj (Swalmen), veld: fɛltj (Swalmen), vɛljtj (Swalmen), vɛ̄ljtj (Swalmen), veldgrond: vɛltgronjtj (Swalmen) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8