32387 |
plets |
binnenspie:
plɛtš (Q021p Geleen),
boterlepel:
pleͅtš (L420p Rotem),
plɛtš (Q100p Houthem, ...
L331p Swalmen),
handschieter:
plɛtš (Q097p Ulestraten),
karnschijf:
plɛtš (Q033p Oirsbeek),
melkafromer:
plɛtš (Q036p Nuth),
ovenpaal:
plętš (Q039p Hoensbroek),
plakspaan:
plɛtš (Q020p Sittard),
pletplank, treedplankjes, treedklompen:
plɛtš (L431p Dieteren, ...
Q039p Hoensbroek,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten,
Q204a Mechelen,
Q111q Ransdaal,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
Q112z Ten Esschen,
Q101p Valkenburg,
Q112p Voerendaal,
Q113a Welten),
proen:
plɛts (L270p Tegelen
[(werden gebruikt bij het bakken van greswaren)]
),
roerspaan:
plɛtš (Q032p Schinnen),
schuimspaan:
pletsj (Q032a Puth),
slaghout bij het beugelen:
pletsj (Q021p Geleen, ...
Q020p Sittard),
Elders sjleeger genaamd.
pletsj (Q113p Heerlen),
stroopmes:
plętš (L381b Peij),
vertinborstel:
plɛtš (Q113p Heerlen, ...
Q100p Houthem,
Q121p Kerkrade,
Q099q Rothem,
Q101p Valkenburg)
I-11, I-2, II-1, II-12, II-2, II-8, II-9, III-2-1, III-3-2
|
|