| 22128 |
de aankomst van de duif telefonisch melden |
melden:
melje (L331p Swalmen)
|
het telefonisch melden van de aankomst van de duif [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 23256 |
de avond luiden |
de avondklok luiden:
aovendjklok (L331p Swalmen)
|
Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 18898 |
de baas spelen |
baas zijn:
baas (L331p Swalmen),
beheren:
behere (L331p Swalmen),
de baas spelen:
de baas (spelen) (L331p Swalmen),
de baas zijn:
de baas (zijn) (L331p Swalmen)
|
de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)] || een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25432 |
de buik opensnijden |
pens oopsnijden:
pɛns ǭpšni-jǝ (L331p Swalmen)
|
De buik opensnijden om de ingewanden eruit te kunnen halen. [N 28, 56; monogr.]
II-1
|
| 23471 |
de doodsklok luiden |
overluiden:
euverloeje (L331p Swalmen)
|
Het luiden voor iemand die pas gestorven is, een overledene overluiden [t loet tsóm doeëd, de doodsklok luiden, iemand ovverluuje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21997 |
de duiven niet loslaten |
vasthouden:
vashaje (L331p Swalmen)
|
de duiven niet loslaten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22010 |
de duivenklok afstemmen op de moederklok |
afslaan:
aafsjlaon (L331p Swalmen)
|
Hoe heet het afstemmen van de klok op de tijd van de moederklok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21994 |
de duivenklok gelijkzetten met de moederklok |
afslaan:
aafsjlaon (L331p Swalmen)
|
het gelijkzetten van de klokken der spelers met de moederklok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21947 |
de duivin in een hoekje jagen (baltsverschijnsel) |
drijven:
drīēve (L331p Swalmen)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: de duivin in een hoekje jagen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 33845 |
de eerste uitwerpselen van het veulen |
darmpek:
dɛrǝmpɛ̄k (L331p Swalmen),
pek:
pɛ̄k (L331p Swalmen)
|
Zij vormen een zwarte, kleverige stof. [N 8, 58]
I-9
|