e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruimenvlaai pruimenvlaai: pruməflāi̯ (Swolgen) pruimenvlaai III-2-3
pruis pruis: Pruis (Swolgen) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruisen: Pruise (Swolgen) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutsen fisternllen (rh.): Cf. RhWb (II), kol. 500, s.v. "fister-nöllen""tadelnd, in geschäftigem Müssiggange sich mit allerhand unnützen Kleinigkeiten zu tun machen  fiesternölle (Swolgen), hoddelen: hoddele (Swolgen), knoddelen: knoddele (Swolgen), knommelen: knómmele (Swolgen), knungelen: knungele (Swolgen) knoeien, prutsen || ondeugdelijk waardeloos werk doen || prutsen, iets doen zonder betekenis || prutsen, onhandig bezig zijn || prutsen, prullerig werk maken of doen III-1-4
prutser hampelaar: hāmpeler (Swolgen), hampelmann (du.): hāmpelman (Swolgen), klooierd: klojjerd (Swolgen), knoddelaar: knoddeler (Swolgen), sukkelaar: sŭkkeler (Swolgen) knoeier, prutser || onhandig manlijk persoon || prutser || sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
prutswerk fiemelwerk: fiemelwerk (Swolgen), knommelarij: knómmeleri-j (Swolgen) ondeugdelijk waardeloos of uitvoerig en omslachtig werk || prutswerk, peuterwerk III-1-4
puber hangoor: hangoeër (Swolgen), herfsthaan: herfsthaan (Swolgen) opgeschoten jongen; jongen in puberteitsjaren || opgroeiende jongen of meisje III-2-2
pudding podding: poͅdeŋ (Swolgen) pudding III-2-3
puimsteen puimsteen: pymstiǝn (Swolgen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
punt, stip punt: pŭnt (Swolgen, ... ) punt [SGV (1914)] III-4-4