e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joden joden: jŭdde (Swolgen) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: joonk (Swolgen), jóng (Swolgen), jónk (Swolgen), ⁄t kiend is nog joonk (Swolgen) jong (bn) || jong (bn.) || jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje kwab: kwab (Swolgen), poele: poele (Swolgen) jonge kale vogel || vogeltje III-4-1
jong van een dier jong: joonk (Swolgen), joōnk (Swolgen), jōŋk (Swolgen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bax (Swolgen), kier: kir (Swolgen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: bliek (Swolgen) vissoort III-4-2
jonge vrouw pul: pul (Swolgen) meisje III-2-2
jongen jong: jong (Swolgen), jŏng (Swolgen), jónk (Swolgen) jongen || jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vri-jjer (Swolgen) vrijer III-2-2
jongste kind scharkoekje: scharkükske (Swolgen, ... ) benjamin, jongste || nakomertje III-2-2