e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

Gevonden: 5743
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftrekken (met de hand) kruiden: kruǝ (Tegelen), plukken: plø̜kǝ (Tegelen) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftrekken, uitwinnen rollen: rǫlǝ (Tegelen) Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i] I-4
aftuigen aftouwen: āftǫu̯ǝ (Tegelen), aftuigen: āftygǝ (Tegelen) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren afvallen: aafvalle (Tegelen), boom: de blaar vallen áaf bloemen: ruuzele (Tegelen) afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afvalplaats kotengat: kūtǝgāt (Tegelen, ... ), schrotplaats: schrotplaats (Tegelen) De plaats waar het afval gestort wordt. Zie voor het eerste lid van het woordtype kotengat ook Schuermans (Algemeen Vlaamsch Idioticon), pag. 278 s.v. kooten, ø̄̄alleen in ɛt mv. gebr., puinen, afbraak van steengebouwen (N.-Limb.).ø̄̄' [N 49, 128d; monogr.] || De plaats waar mislukte en afgekeurde pannen worden gegooid. [monogr.] II-8
afwas (de) schotelen: šotələ (Tegelen), nooit: opwas  šotələ (Tegelen) het gezamenlijke vaatwerk, dat op een bepaald moment afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasborstel afwasborstel: aafwasborstel (Tegelen) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
afwassen schotelen wassen: šotələ wasə (Tegelen, ... ) vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwasbak (Tegelen, ... ), schotelbak: sjöttelbak (Tegelen), schotelenbak: schottelebak (Tegelen), sjóttelenbak (Tegelen), afwas gebeurt met de \"sjòtelplak\  sjòtelembak (Tegelen), spoelbak: sjpeulbak (Tegelen), teil: teil (Tegelen), wasbak: wasbak (Tegelen, ... ), wasteil: wasteil (Tegelen) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater schotelwater: šotəlwātər (Tegelen, ... ) Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || vuil afwaswater van keukengerei III-2-1