e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofddoek kopdoek: kopdook (Tegelen), kopdoekje: kopdukske (Tegelen, ... ) hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdvlees: huidvleès (Tegelen, ... ) hoofdkaas [DC 30 (1958)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen zusterskap: zusterskap (Tegelen) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3
hoofdluis beestje: Veldeke (iets gewijzigd) soms  biësje (Tegelen), bijtertje: bie’terkes (Tegelen), Veldeke (iets gewijzigd) soms  bieterke (Tegelen), luis: lŏĕs (Tegelen), lóes (Tegelen), mv  luus (Tegelen), Tegelen Wb.  luus (Tegelen), lóes (Tegelen, ... ), Veldeke (iets gewijzigd)  luus (Tegelen), ’n loes (Tegelen), ’n loews (Tegelen), Veldeke (iets gewijzigd) mv luus  ’n loews (Tegelen), Veldeke (iets gewijzigd) mv. luus  ’n loes (Tegelen) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] || luizen III-4-2
hoofdpijn koppijn: koppiën (Tegelen) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdplaat hakplaat: hakplāt (Tegelen), schuurplaat: šūrplāt (Tegelen) De hoofd- of zijplaat, ook wel tegenzool of grondweerplaat genoemd, is een terzijde van de ploegzool aangebrachte ijzeren plaat, die niet alleen als versterking van de ploegzool dient, maar ook en vooral de wand van de voor moet glad strijken om te verhinderen dat deze afbrokkelt en er aarde in de ruimte van het ploeglichaam valt. Soms stond deze plaat van boven in verbinding met de ploegboom. Sommige van de onderstaande termen worden ook in het lemma PLOEGBOOMBESLAG aangetroffen. Ze lijken vooral op de versterking van de poegzool te wijzen. I-1
hoofdstel hoofdsel: hø̜i̯tsǝl (Tegelen), kopstel: kǫpštɛl (Tegelen) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10
hoofdtooi van communiemeisjes communiesluier: kemuunie-sjluier (Tegelen) Sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes. [N 25 (1964)] III-3-3
hoogdag hoge feestdag: hoöge fieesdaag (Tegelen) Een hoge kerkelijke feestdag [hoogdag, hoogtijd]. [N 96C (1989)] III-3-3
hoogdrachtig drachtig: draxtex (Tegelen) Duidelijk drachtig. [N 3A, 34] I-11