e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

Gevonden: 5743
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuitmes mes: mes (Tegelen), mɛts (Tegelen) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenmelksepap: Syst. WBD  be’sjchuuteme’lksepap (Tegelen), beschuitenpap: Syst. Veldeke  besjuutepap (Tegelen), Syst. WBD  besjuutepap (Tegelen), beschuitpap: Syst. Veldeke  besjuutpap (Tegelen), luiewijverpap: Syst. Veldeke  luiewieverpap (Tegelen), luiwijverpap: Syst. WBD  luijwīēverpap (Tegelen) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant krallen: kralǝ (Tegelen) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besteken besteken: besjtaeke (Tegelen), besjtèke (Tegelen) Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || Het schenken van cadeautjes of bloemen op iemands naamfeest of verjaardag. III-3-2
bestelde mis bestelde mis: besjtelde mis (Tegelen, ... ) Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
bestendig weer bestendig (weer): besjtendig waer (Tegelen), het blijft goed: ’t wéér blīēf goot (Tegelen), het weer staat vast: ’t waer sjteit vas (Tegelen, ... ), vast (weer): vas waer (Tegelen) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
betalen afschuiven: aafsjoeve (Tegelen), betalen: betale (Tegelen), Opm. dit is hier een algemeen gebruikelijke term!  betalen (Tegelen), dokken: dokke (Tegelen), over de brug komen: euver de brögk kòmme (Tegelen), Opm. dit is hier een algemeen gebruikelijke term!  over de brug komen (Tegelen) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
beton beton: bǝton (Tegelen), bǝtoŋ (Tegelen) Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.] II-9
beton storten beton storten: [beton] štǫrtǝ (Tegelen), schudden: šø̜dǝ (Tegelen) De aangemaakte vloeibare beton in de bekisting gieten. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 51c] II-9
betonfundament taps fundament: taps føndamɛnt (Tegelen) Taps toelopend fundament, vervaardigd van stampbeton. Deze betonsoort wordt laagsgewijs in een bekisting aangebracht en met een stamper verdicht. Zie ook afb. 25b. [N 31, 2b] II-9