e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikertante suikertant: sökkərtant (Tegelen) erftante (suikertante) [DC 05 (1937)] III-2-2
suisse kerkpolitie: kirkepelies (Tegelen) De ordebewaarder in de kerk, de suisse [kerkgendarme, kèrksjanderm, tseijes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
suizen van de oren fluiten: mien oere fluite (Tegelen), suizen: mier oere soeze (Tegelen), tuiten: mien oere toe.te (Tegelen), mien oere toewte (Tegelen), mier oere toe(w)te (Tegelen), tōēte (Tegelen) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
suçon, suçonnaad insnit: enšnet (Tegelen) Insnijding of inneming om lijn in een stuk te krijgen. Puntnaad in het algemeen. [N 59, 94a; monogr.] II-7
t-vormige hoeve warshuis: wɛ̄rshūs (Tegelen) Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.] I-6
taai stuk vlees verknozen: niet met de tanden kunnen verwerken  verknou’ze (Tegelen) taai, pezig vlees III-2-3
taai-taai couque de dinant (fr.): koek Dinant (Tegelen), taai-taai: taai-taai (Tegelen), tej-tej (Tegelen) taai-taai [N 29 (1967)] III-2-3
taai-taaiplank deegplank: dęjxplaŋk (Tegelen), taalplank: tɛjplaŋk (Tegelen) Plank die bij de taai-taaibereiding wordt gebruikt. Ten aanzien van de woordtypen die samengesteld zijn met peperkoek(s) zij opgemerkt dat het mogelijk is dat in de plaatsen waarvoor die opgaven gelden, de begrippen "peperkoek" en "taai-taai" samenvallen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''taai-taaideeg''. Wat betreft de woordtypen "speculaasvorm" en "speculatieplank" vermelden beide informanten dat het hier om een plank gaat die ook voor speculaasbereiding wordt gebruikt. [N 29, 91; monogr.] II-1
taaie pannenkoek eierkoek: Syst. Veldeke  eierkook (Tegelen), lapkoek: Syst. Veldeke  lapkook (Tegelen), Syst. WBD  lapkook (Tegelen), leren thijs: Syst. Veldeke  laeren ties (Tegelen), Syst. WBD  laeren ties (Tegelen) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taart taart: Syst. Veldeke  taart (Tegelen, ... ), Syst. WBD  taart (Tegelen, ... ) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3