| 20316 |
vrijgezel |
in het ossenboek staan:
hae sjtiet in t ossebook: als een jongeman de leeftijd van 30 jaar bereikt heeft en dan nog geen kennis heeft
hae sjtiet in ət ossebook (L270p Tegelen),
op sint annas schapje zitten:
zeej zit op ST. Anna’s sjaepke (L270p Tegelen)
|
als een jongeman de leeftijd van 30 jaar bereikt heeft en dan nog geen kennis heeft || gezegd van ¯n jonge vrouw die bij het bereiken van de 30 jarige leeftijd nog niet getrouwd en ook geen kennis heeft
III-2-2
|
| 20276 |
vroedvrouw |
vroedvrouw:
nieuw
vroedvrouw (L270p Tegelen),
wijsvrouw:
wiesvrouw (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen),
wies’vrouw (L270p Tegelen)
|
hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] || vroedvrouw
III-2-2
|
| 23276 |
vroegmis |
eerste mis:
də iərstə mis (L270p Tegelen),
ierste mis (L270p Tegelen)
|
De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || vroegmis [RND]
III-3-3
|
| 21276 |
vrouw |
vrouw:
vrou (L270p Tegelen),
vroͅu (L270p Tegelen)
|
vrouw [RND], [RND]
III-3-1
|
| 22856 |
vrouw in het kaartspel |
vrouw:
vrouw (L270p Tegelen)
|
En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - III. Vrouw. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|
| 20155 |
vrouw, vrouwspersoon |
vrouw:
vrouw (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen),
vrouwmens:
vroumĕs (L270p Tegelen)
|
vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] || vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?)mien v rouw [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
fluit:
Grof.
fluit (L270p Tegelen),
kut:
kut (L270p Tegelen),
Grof.
kut (L270p Tegelen),
pruim:
proem (L270p Tegelen),
Grof.
prôêm (L270p Tegelen)
|
[N 10c (1961)] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 34450 |
vrouwelijk jong van de geit |
geitje:
gętjǝ (L270p Tegelen),
metje:
mɛtjǝ (L270p Tegelen)
|
[N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.]
I-12
|
| 34059 |
vrouwelijk kalf |
maalkalf:
māl[kalf] (L270p Tegelen),
mǭl[kalf] (L270p Tegelen),
vaarskalf:
vārs[kalf] (L270p Tegelen)
|
[N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.]
I-11
|
| 34062 |
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen |
mup:
mø̜p (L270p Tegelen)
|
Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22]
I-11
|