e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenonderhemd? dameshemd: dameshemp (Tegelen), hemd: hemp (Tegelen, ... ), lijfje: Vero.  liefke (Tegelen), vrouwenhemd: vrouwehemp (Tegelen) lijfje (vrouwen- of kinderondergoed) || onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)] III-1-3
vrouwziek hengstig: Grof.  hingstig (Tegelen), loops: Grof.  luips (Tegelen) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vruchtbare grond goede grond: goi̯ǝn groŋk (Tegelen), vette grond: vɛtǝ groŋk (Tegelen) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vuil in sloten drek: drek (Tegelen) vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)] III-4-4
vuil waterx todder: tootər (Tegelen) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voe.st (Tegelen), voes (Tegelen, ... ) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuurhaak vuurhaak: vø̄̄rhōk (Tegelen) Lang ijzer met aan het uiteinde een dwars geplaatste plaat waarmee de sintels uit de oven werden getrokken. [N 98, 121; monogr.] II-8
vuurrooster korf: kǫr(ǝ)f (Tegelen), stookkorf: štǭkkǫr(ǝ)f (Tegelen) Een ijzeren rooster of vuurkorf waarin een vuur wordt gestookt dat dient om het vat te verwarmen. [N E, 30] II-12
vuurslag slagpinnetje: sjlaag-pin-ke (Tegelen) slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)] III-2-1
vuursteen ketssteen: ketssjtein (Tegelen), ketssteentje: kèts-sjtên-ke (Tegelen) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1