e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterspuit waterflierts: waterflierts (Tegelen) Speelgoed voor opgroeiende jongens: zelfgemaakte waterspuit van n vliertakje, dat uitgehold werd. III-3-2
watervoor watervoor: wātǝr[voor] (Tegelen) Een watervoor is een meestal wat diepere voor die men vóór de winter over de akker trekt, om overtollig water te laten afvloeien. Een watervoor kan dwars op de normale ploegvoren liggen, in het midden van de akker (bij uiteenploegen), tussen de delen van een in panden geploegde akker of ook wel om de (reeds ingezaaide) akker heen. In het algemeen brengt men watervoren aan op laaggelegen of natte gronden, akkers met een laagte erin of op een hellende akker om te voorkomen dat de grond wordt uitgespoeld. De benamingen kunnen ook gebruikt worden voor de middenvoor (omdat deze vaak als watervoor fungeert), verder voor de brede of grove voren van een akker die "op de wintervoor" is gelegd om hem te laten uitvriezen of voor ondiepe waterlopen, greppels en geulen in het algemeen. [N 11, 59b; N 11A, 137k; N 11A, 137i add.; div.] I-1
wbd: afzeggen afbreken: de koup aafbraeke (Tegelen), ongedaan maken: ôngedaon maake (Tegelen), opzeggen: de koup opzègke (Tegelen), tenietdoen: te neet doon (Tegelen) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek de markt is hoog: de mert is hoëg (Tegelen), duur zijn: de bagge zien deur (Tegelen), de eier zien deur (Tegelen), geld kosten: ze koste geld (Tegelen), goed gaan: ze gaon good (Tegelen) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten brommen: laote(m) bròmme (Tegelen), laten zitten: laote zitte (Tegelen) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld <wie meen je dat>: wie mèns⁄se det? (Tegelen), <wieveel gaat daar van af>: wievuel geit dao van? (Tegelen) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: dao zal waal get kwaod geld beej zien (Tegelen) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / verschil jammergeld: jaomergeld (Tegelen), leigeld: leigeld (Tegelen) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor laten: ich wil die geit vur zovuel geld waal laote gâôn (Tegelen), vur det geld wil ig ze ug laote (Tegelen), verkopen: ich wil die geit vur zovuel geld waal verkoupe (Tegelen) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken inmaken: inmáákə (Tegelen) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3