34063 |
geslachtsrijpe koe |
rind:
rēnt (Q197a Terlinden)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q197a Terlinden)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
23515 |
gestichte mis |
stichting:
sjtichting (Q197a Terlinden)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18828 |
getob; tobben |
schravelen:
sjravele (Q197a Terlinden)
|
het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20369 |
getuige |
bruidsknecht:
broeds knech (Q197a Terlinden),
bruidsmeid:
broeds maat (Q197a Terlinden),
getuige:
getuuge (Q197a Terlinden)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33388 |
getuigrek |
getuighaak:
gǝtȳxhǭǝk (Q197a Terlinden)
|
Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81]
I-6
|
23899 |
gevallen engelen |
gevallen engelen:
de gevalle ingele (Q197a Terlinden)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveulig (Q197a Terlinden)
|
Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
doof:
dòòf (Q197a Terlinden, ...
Q197a Terlinden),
geen gevoel:
ge geveul höbbe (Q197a Terlinden)
|
Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gevèùrmd waere (Q197a Terlinden)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|