| 34002 |
aftuigen |
aftuigen:
aftǭu̯ǝgǝ (K353p Tessenderlo)
|
Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b]
I-10
|
| 24848 |
afvallen van bladeren |
vallen:
vallen (K353p Tessenderlo)
|
afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)]
III-4-3
|
| 19701 |
afwas |
afwas:
afwas (K353p Tessenderlo)
|
de vaat die gewassen moet worden, afwas [N 01 (1960)]
III-2-1
|
| 19580 |
afwassen |
afwassen:
afwasə (K353p Tessenderlo)
|
de vaat doen, afwassen [N 01 (1960)]
III-2-1
|
| 19529 |
afwasteil, afwasbak |
afwasemmer:
afwasemmer (K353p Tessenderlo),
kom:
geen speciaal woord
kum (K353p Tessenderlo)
|
de kom, bak of emmer, waarin de teljoren, schotels, enz. worden afgewassen [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
| 29493 |
afwerken |
afwerken:
afwɛrǝʔň (K353p Tessenderlo)
|
De klompen verder afwerken nadat ze uit de heulbank zijn gehaald. Tot de afwerking behoren onder meer het fijnsnijden van de buitenkant en het bijwerken van de klompopening met het fijnmes en het gladmaken van de buitenkant met het schrapmes. [N 97, 97]
II-12
|
| 26206 |
afzeilen |
afzeilen:
af˲zãlǝ (K353p Tessenderlo)
|
De zeilen afnemen. [N O, 7b; A 42A, 74]
II-3
|
| 31895 |
afzuiginstallatie |
afzuiging:
af˲zǫwǝgeŋ (K353p Tessenderlo)
|
Apparaat waarmee het stof wordt afgevoerd, dat bij het gebruik van de bandschuurmachine vrijkomt. In Bilzen (Q 83) werd het stof in een zak opgevangen. [N 53, 149e]
II-12
|
| 33645 |
akker |
akker:
akǝr (K353p Tessenderlo),
perceel:
pǝrsiǝl (K353p Tessenderlo),
stuk:
støk (K353p Tessenderlo),
stuk labeurgrond:
støk labø̜i̯ǝrgront (K353p Tessenderlo),
veld:
vęlt (K353p Tessenderlo)
|
Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.]
I-8
|
| 24866 |
akkerdistel, distel |
dissel:
disəl (K353p Tessenderlo),
distel:
distel (K353p Tessenderlo)
|
distel [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|