id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34002 | aftuigen | aftuigen: aftǭu̯ǝgǝ (Tessenderlo) | Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10 |
24848 | afvallen van bladeren | vallen: vallen (Tessenderlo) | afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3 |
19701 | afwas | afwas: afwas (Tessenderlo) | de vaat die gewassen moet worden, afwas [N 01 (1960)] III-2-1 |
19580 | afwassen | afwassen: afwasə (Tessenderlo) | de vaat doen, afwassen [N 01 (1960)] III-2-1 |
19529 | afwasteil, afwasbak | afwasemmer: afwasemmer (Tessenderlo), kom: geen speciaal woord kum (Tessenderlo) | de kom, bak of emmer, waarin de teljoren, schotels, enz. worden afgewassen [ZND 02 (1923)] III-2-1 |
29493 | afwerken | afwerken: afwɛrǝʔň (Tessenderlo) | De klompen verder afwerken nadat ze uit de heulbank zijn gehaald. Tot de afwerking behoren onder meer het fijnsnijden van de buitenkant en het bijwerken van de klompopening met het fijnmes en het gladmaken van de buitenkant met het schrapmes. [N 97, 97] II-12 |
26206 | afzeilen | afzeilen: af˲zãlǝ (Tessenderlo) | De zeilen afnemen. [N O, 7b; A 42A, 74] II-3 |
31895 | afzuiginstallatie | afzuiging: af˲zǫwǝgeŋ (Tessenderlo) | Apparaat waarmee het stof wordt afgevoerd, dat bij het gebruik van de bandschuurmachine vrijkomt. In Bilzen (Q 83) werd het stof in een zak opgevangen. [N 53, 149e] II-12 |
33645 | akker | akker: akǝr (Tessenderlo), perceel: pǝrsiǝl (Tessenderlo), stuk: støk (Tessenderlo), stuk labeurgrond: støk labø̜i̯ǝrgront (Tessenderlo), veld: vęlt (Tessenderlo) | Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8 |
24866 | akkerdistel, distel | dissel: disəl (Tessenderlo), distel: distel (Tessenderlo) | distel [ZND 01 (1922)] III-4-3 |