e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong en kaal vogeltje vogeltje: mv.  vo‧glkjəs (Tessenderlo, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. nog niet vlug: nog nie vlug (Tessenderlo) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋ (Tessenderlo), junk (Tessenderlo), jøŋk (Tessenderlo), jongetje: juŋskǝ (Tessenderlo) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong ve dier [ZND 01 (1922)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bax (Tessenderlo), big: bex (Tessenderlo), klein varken: klān vɛrǝʔǝ (Tessenderlo), varkentje: vɛrkskǝ (Tessenderlo) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: juŋǝ gāns (Tessenderlo) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Tessenderlo), pulletje: pølǝʔǝ (Tessenderlo) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jōēng (Tessenderlo), jŏĕng (Tessenderlo, ... ), lange: lan’ən (Tessenderlo) grote (opgeschoten) jongen [ZND 11 (1925)] || jongen [ZND 11 (1925)] || jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vrijer (Tessenderlo) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] III-2-2
jongensblouse bloesje: bloeske (Tessenderlo) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste kind benjamin: benjamin (Tessenderlo), jongetje: cf. VD s.v. "jonkske  joengske (Tessenderlo), kakkenestje: cf. WLD 4.1  kakkenestje (Tessenderlo), kleinste: klenste (Tessenderlo), klénstə (Tessenderlo) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2