e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kin kin: ken (Tessenderlo, ... ) kin [N 10b (1961)] III-1-1
kind (algemene benaming) jong: jonk (Tessenderlo), kind: kint (Tessenderlo, ... ), kindje: kinneke (Tessenderlo) kind [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; dat kind [ZND 01 (1922)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] III-2-2
kinderbalken kinderbalkjes: kenǝrbálǝkskǝs (Tessenderlo) Kleinere balken die op de moerbalken worden gelegd om er de zoldering op te kunnen maken. [N 54, 120f] II-9
kinderfiets kindervelo: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  kindərveeloo (Tessenderlo), klein velootje: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  ə kláá veelooʔə (Tessenderlo), kleine velo: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  nə klènnə veeloo (Tessenderlo) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderkleren kinderkleren: kindərkliər (Tessenderlo) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] III-1-3
kinderklomp kinderhool: kendǝr(h)ōl (Tessenderlo) In het algemeen een klomp die door kinderen wordt gedragen. [N 97, 141] II-12
kinderkoor kinderkoor: kinderkoewer (Tessenderlo), kinnerkoewer (Tessenderlo) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kindermis klasmis: klasmis (Tessenderlo) Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kinderschort met mouwen kleedje: kli-jəkə (Tessenderlo), klieəkə (Tessenderlo) kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)] III-1-3
kinds kinds: kinds (Tessenderlo), kĭnds (Tessenderlo) door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 115 (2003)] || kinds [ZND 11 (1925)] III-2-2