17600 |
kin |
kin:
ken (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
kin [N 10b (1961)]
III-1-1
|
20308 |
kind (algemene benaming) |
jong:
jonk (K353p Tessenderlo),
kind:
kint (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo),
kindje:
kinneke (K353p Tessenderlo)
|
kind [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; dat kind [ZND 01 (1922)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)]
III-2-2
|
30436 |
kinderbalken |
kinderbalkjes:
kenǝrbálǝkskǝs (K353p Tessenderlo)
|
Kleinere balken die op de moerbalken worden gelegd om er de zoldering op te kunnen maken. [N 54, 120f]
II-9
|
21701 |
kinderfiets |
kindervelo:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
kindərveeloo (K353p Tessenderlo),
klein velootje:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
ə kláá veelooʔə (K353p Tessenderlo),
kleine velo:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
nə klènnə veeloo (K353p Tessenderlo)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kindərkliər (K353p Tessenderlo)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32444 |
kinderklomp |
kinderhool:
kendǝr(h)ōl (K353p Tessenderlo)
|
In het algemeen een klomp die door kinderen wordt gedragen. [N 97, 141]
II-12
|
23567 |
kinderkoor |
kinderkoor:
kinderkoewer (K353p Tessenderlo),
kinnerkoewer (K353p Tessenderlo)
|
Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23505 |
kindermis |
klasmis:
klasmis (K353p Tessenderlo)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18362 |
kinderschort met mouwen |
kleedje:
kli-jəkə (K353p Tessenderlo),
klieəkə (K353p Tessenderlo)
|
kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kinds (K353p Tessenderlo),
kĭnds (K353p Tessenderlo)
|
door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 115 (2003)] || kinds [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|