e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoepelrok repenrok: repəroͅk (Teuven) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoepels van de huifkar repen: (enkelv)  rē̜p (Teuven) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoge herenschoen hoge mansluischoen: də hüwəxmanslyšōn (Teuven), hoge mansschoen: hüwəxman(s)šōn (Teuven) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: by(3)̄s (Teuven) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis buis: by(3)̄s (Teuven) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp dikke klomp: dikǝ klōmp (Teuven) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12
hoge klomp? dikke klomp: dikə klōmp (Teuven) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: boͅtinə (Teuven), hoge gerijgde schoen: hüwəx jərijdə šōn (Teuven), hoge vrouwluischoen: hüwexfroͅlyšōn (Teuven) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge waterdichte schoen tongschoen: tyŋšōn (Teuven) schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
hond hond: hōnd (Teuven) hond [ZND 21 (1936)] III-2-1