e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olifant olifant: Karte 109.  olifant (Teuven) Elefant. III-3-2
omslagdoek (alg.) hoofdsplag: hōͅsplak (Teuven), plag: plak (Teuven) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak foulard (fr.): geen onderscheid  fulār (Teuven), sjaal: geen onderscheid  šāl (Teuven) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omweiden veranderen (van weide): ˲fǝręndǝrǝ (Teuven) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onbetrouwbare koopman foetelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  ənə fūtəleͅr (Teuven), niet te vertrouwen (bn.): ps. omgespeld volgens Frings.  əeͅs nētəvərtruwə (Teuven), onbetrouwbaar (bn.): ps. omgespeld volgens Frings.  əeͅs oͅnbətruwbār (Teuven) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onbewolkt klaar: kloͅur (Teuven) wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onderdeur onderste deur: ø̞ ̞nǝštǝ dø̜̄r (Teuven) Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.] I-6
ondergoed ondergoed: oͅndərgōt (Teuven) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
onderhandelen in bedenk zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  ebədēŋk ziə (Teuven), overeen zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  evərzēͅn ziə (Teuven) Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderhemd hemd: hēͅmt (Teuven) onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] III-1-3