20415 |
peettante |
paat:
paat (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
pete:
pête (L374p Thorn),
petetant:
pêtətant (L374p Thorn)
|
de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
30885 |
pekdraad |
pekdraad:
pekdraad (L374p Thorn)
|
De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39]
II-10
|
26039 |
penbalk |
pinbalk:
penbalǝk (L374p Thorn)
|
De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.]
II-3
|
17717 |
penis |
floddertje:
Schertsend.
flödderke (L374p Thorn),
jan:
Schertsend
miene jan (L374p Thorn),
klippel:
Schertsend.
klippel (L374p Thorn),
lul:
Gemeen.
lul (L374p Thorn),
man:
de manne (L374p Thorn),
mannetje:
Schertsend.
menneke (L374p Thorn),
papegaai:
Onschuldig.
pappegej (L374p Thorn),
penis:
Onschuldig.
penis (L374p Thorn),
piel:
Onschuldig.
piel (L374p Thorn),
piemel:
Kinderwoord.
piemel (L374p Thorn),
pin:
pin (L374p Thorn),
Schertsend.
pin (L374p Thorn),
pisje:
Schertsend.
piske (L374p Thorn),
pisser:
pisser (L374p Thorn),
Schertsend.
pisser (L374p Thorn),
pisserd:
pissert (L374p Thorn),
Gewoon (?).
pissert (L374p Thorn),
prul:
Schertsend.
prul (L374p Thorn),
stempel:
Onschuldig.
sjtempel (L374p Thorn),
wijzer:
Schertsend.
wiezer (L374p Thorn),
wortel:
Onschuldig.
wortel (L374p Thorn)
|
[N 10c (1961)] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
23995 |
penitentie |
penitentie (<lat.):
penetentie (L374p Thorn)
|
Penitentie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27631 |
penningen afroepen |
de nommer afroepen:
dǝ nomǝr āfrōpǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma])
|
De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48]
II-5
|
27627 |
penningen uitgeven |
penning halen:
[penning] hoalǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
penningencontrole:
pɛneŋǝkontrol (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma, Maurits])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|
27634 |
penningenkist |
penningenkist:
pɛneŋǝkest (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De kist waarin de penningontvanger ondergrondsde penningen deponeerde, wanneer hij die aan het begin van de dienst van de mijnwerkers had ontvangen. Met behulp van deze kist werden de penningen in de Domaniale mijn daarna naar boven gebracht, waar ze door de controle werden geadministreerd (Lochtman pag. 52). [N 95, 49]
II-5
|
27626 |
penningenlokaal |
penningenboede:
pɛneŋǝbut (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma]),
portier:
portēr (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.]
II-5
|