e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poffen poffen: poafǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]), pofǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Gezegd van de vloer van een mijngang die door de druk omhoog komt. De invuller uit Q 15 merkt hierover voor de mijn Maurits op dat het "zwellen" vooral voorkwam, wanneer het vloergesteente van de gang zachter was dan het dakgesteente. [N 95, 388; N 95, 932; N 95, 387; monogr.; Vwo 456; Vwo 612; Vwo 721; Vwo 860] II-5
poffertje poffertje: pufferkes (Thorn) Poffertje [N 16 (1962)] III-2-3
pofmouw pofmouw: pofmoew (Thorn) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig mottig: mottig (Thorn), pokkelig: pŏŏkelig (Thorn) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken poken: pōəkə (Thorn) poken [SGV (1914)] III-2-1
politieagent agent: agent (Thorn), politieman: politiemanne (Thorn) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pollepel potlepel: potlieepel (Thorn), soeplepel: soplieepel (Thorn) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
pols pols: pols (Thorn) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
polsmof polsmof: polsmof (Thorn), stuik: vgl. Van Dale (DN): Stauche, (pols)mof  stoek/stuuk (Thorn) polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlšømǝl (Thorn), pommelee: pomǝlē (Thorn) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9