e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suizen van de oren ruisen: mien oare roesse (Thorn), suizen: mien oare zoeze (Thorn), tuiten: mien oare toewte (Thorn) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
sukkelen in het sukkelstraatje zijn: in het sukkelstreutje zeen (Thorn), sukkelen: suggele (Thorn) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
syfilis druiper: druiper (Thorn), luizenkrankheid: loezekrankheit (Thorn) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
taaie pannenkoek leren thijs: lèèren ties (Thorn) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taal taal: taal (Thorn, ... ) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Thorn, ... ) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
taatspot van de kleine spil potje: pø̜tjǝ (Thorn), spilpotje: spelpø̜tjǝ (Thorn) De ijzeren pot op de pasbalk die in windmolens als lager van de kleine spil dient. [N O, 16g; A 42A, 25; N D, 21] II-3
tabak toebak: toebak (Thorn) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabaksnerven tabaksnerven: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  toebaks nerve (Thorn) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tabakspruim pruimpje: prûmke (Thorn) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3