34525 |
tasten |
tasten:
tastǝ (L374p Thorn)
|
Met de hand voelen of de kip op het punt staat te gaan leggen. [N 19, 52; monogr.]
I-12
|
21871 |
taxeren |
schatten:
sjatte (L374p Thorn),
taxeren (<fr.):
taxeere (L374p Thorn),
taxere (L374p Thorn)
|
de waarde van een artikel schatten [taxeren, schatteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23649 |
te communie gaan |
communiceren (<lat.):
communiseere (L374p Thorn),
te communie (<lat.) gaan:
te kemuunie gaon (L374p Thorn),
tot de communie (<lat.) gaan:
tot de communie gaon (L374p Thorn)
|
De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)] || Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23932 |
te communie gaan op hoge feestdagen |
tot de communie (<lat.) gaan:
tòt de communiej gaon (L374p Thorn)
|
op hoge feestdagen te communie gaan (ter hoogtij(d) gaan). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34633 |
te licht in de rug |
te licht in de rug:
tǝ lext en dǝ rø̜k (L374p Thorn)
|
Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
24385 |
teek |
houtteek:
vooral in hondenhokken
houttaek (L374p Thorn),
teek:
teek (L374p Thorn),
de dikke, blauwachtige teek, die zich in de hondenhuid vastbijt en zuigt
teek (L374p Thorn)
|
teek [DC 30 (1958)] || teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)]
III-4-2
|
17715 |
teelballen |
babbeltjes:
Schertsend; i.e. babbelaars (snoepjes).
babbeltjes (L374p Thorn),
ballen/bollen:
Gemeen.
balle (L374p Thorn),
kastanjes:
Schertsend; i.e. kastanjes.
kestanjele (L374p Thorn),
klootzak:
Gemeen.
kloatzak (L374p Thorn),
kloten:
Gemeen.
kloate (L374p Thorn),
kloeate (L374p Thorn),
kloeëte (L374p Thorn),
knoppen:
Schertsend.
knoppe (L374p Thorn),
knöp (L374p Thorn),
teelballen:
Gemeen.
teelballe (L374p Thorn),
zakballen:
Gemeen.
zakballe (L374p Thorn),
zetters:
Schertsend.
zètters (L374p Thorn)
|
[N 10c (1961)] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
33793 |
teelballen, testes |
bollen:
bɛl (L374p Thorn)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
schacht:
šaxt (L374p Thorn)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
teèn (L374p Thorn),
têên (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|