e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdienen verdienen: geldtj verdeene (Thorn), verdeene (Thorn) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdieping verdieping: vǝrdēpeŋ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]), zool: zoal (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Indien men met de schacht(en) tot een bepaalde diepte in het carboongesteente is doorgedrongen, wordt vanuit de schacht een aantal nagenoeg horizontale gangen gedreven. Door deze gangen worden de koollagen in het mijnveld ontsloten. Het uiteindelijke netwerk van deze gangen vormt de verdieping. Een invuller uit Q 121 maakt voor de Domaniale mijn een onderscheid tussen een verdieping bij een hoofdschacht en een verdieping bij een tussenschacht. De eerstgenoemde verdieping noemt hij een "zool" terwijl de verdieping van een tussenschacht volgens hem als een "gesetz" wordt betiteld. De zegsman uit L 286 merkt voor de mijn in Eisden op dat men daar de verdiepingen voorziet van een nummer, bijvoorbeeld "zeshonderd". [N 95, 381; N 95, 174; monogr.] II-5
verdord dor: ideosyncr.  dor (Thorn), WLD  dor (Thorn) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdriet; verdriet doen pijnlijk: pienlik (Thorn), verdriet: verdreet (Thorn) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] III-1-4
verduisteren foetelen: foetele (Thorn) ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)] III-3-1
verdwenen foetsie: foetsie (Thorn, ... ), weg: weg (Thorn) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
vereniging die de processiepaaltjes plaatst buurtvereniging: buurtvereiniging (Thorn), processiecomit (<fr.): processiekommitee (Thorn) De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)] III-3-3
verf verf: vęrǝf (Thorn) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfrommelen frommelen: froemele (Thorn), frommele (Thorn), fronselen: frunsele (Thorn) Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergaderen vergaderen: vergadere (Thorn), vergādere (Thorn) ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)] III-3-1