e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weddenschap weddingschap: wɛdiŋsjap (Thorn) weddenschap [RND] III-3-2
wedstrijdduif reisduif: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  reisdoef (Thorn) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe weduwvrouw: wedovrouw (Thorn), widvrouw: widvrouw (Thorn), witvrouw (Thorn) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Thorn), witman (Thorn) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: stòf (Thorn) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
week in de muil week in de muil: węi̯k en dǝ mul (Thorn) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weekdienst weekdienst: waekdeenst (Thorn) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weer naar het jaargetijde kroenekranenzomer: kroene Krane zomer (Thorn), sint-michielzomer: Sint-Michiels zomer (Thorn), sintmannetjeszomer: #NAME?  St. Menke zomer (Thorn) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig dwars: dwaers (Thorn), wars: wèès (Thorn) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel borstel: bø̄stǝl (Thorn), weerborstel: wéérbeustel (Thorn) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] || valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] I-12, III-1-1