25112 |
weerlichten |
weerlichten:
wéérleechte (L374p Thorn),
wéérlēēchte (L374p Thorn)
|
bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)]
III-4-4
|
25110 |
weerlichtx |
weerlicht:
t waerleechtj (L374p Thorn),
waerleecht (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
zeebrand:
zeebrandj (L374p Thorn),
zieebrand (L374p Thorn)
|
bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25206 |
weersgesteldheid |
weer:
wêr (L374p Thorn),
wêêr (L374p Thorn)
|
weer [DC 03 (1934)], [SGV (1914)]
III-4-4
|
33820 |
weerstand biedend |
hel in de muil:
hęl en dǝ mul (L374p Thorn),
wreed in de bek:
vrē en dǝ bɛk (L374p Thorn)
|
Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e]
I-9
|
20436 |
wees |
wees:
wees (L374p Thorn)
|
wees [SGV (1914)]
III-2-2
|
23708 |
weesgegroet |
weesgegroet:
weesgegroet (L374p Thorn),
weesgegroetje:
weesgegroetje (L374p Thorn)
|
Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23719 |
weesgegroetkralen |
dunne kralen:
dun kralle (L374p Thorn)
|
De Weesgegroet-kralen (53 stuks). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23869 |
wegbereiders van de processie |
bijlmannetjes:
bielmenkes (L374p Thorn)
|
De groep (militairen, leden van de schutterij) die in de processie vooruit loopt en de eventuele hindernissen opruimt die de processie op haar weg vindt [bielemaander, bielemennekes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17907 |
weggrissen |
graaien:
graaje (L374p Thorn),
greje (L374p Thorn)
|
grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)]
III-1-2
|