24643 |
lamsoor |
schaapsoren:
statice limonium
schaopsoeëre (L245b Tienray)
|
schaapsoor, plant
III-4-3
|
21145 |
landauer |
landauer:
landauer (L245b Tienray)
|
een vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijke beweegbare voor- en achterkap [landauer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32822 |
landrol |
wals:
wãls (L245b Tienray),
wel:
wɛ ̝l (L245b Tienray)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|
24917 |
landstreek |
streek:
streek (L245b Tienray)
|
landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24645 |
lange dunne boom |
sliert:
Veldeke aangepast
sliert (L245b Tienray),
uitdunsel:
uitgedunde slieten uit het bos
ütdunsel (L245b Tienray)
|
Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] || slieten
III-4-3
|
24733 |
lange dunne tak |
gard:
Veldeke aangepast
gert (L245b Tienray)
|
Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18599 |
lange onderbroek? |
lange onderboks:
lang onderboks (L245b Tienray)
|
Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
24418 |
langpootmug |
langpootmug:
langpouetmug (L245b Tienray),
Veldeke (aangepast)
langpoeëtmug (L245b Tienray)
|
Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
25079 |
langzaam, traag |
traag:
trāōg (L245b Tienray)
|
langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19599 |
lantaarn |
lucht:
lø̄xt (L245b Tienray)
|
lantaarn
III-2-1
|