id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23454 | wijzers van het torenuurwerk | wijzers: wiezers (Tienray) | De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3 |
24277 | wilde eend | eend: èènd (Tienray) | eend III-4-1 |
24278 | wilde gans | gans: gans (Tienray) | gans III-4-1 |
34026 | wilde koe | wilde koe: weldǝ [koe] (Tienray) | Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11 |
24611 | wilde roos (hondsroos, enz.) | heggenroos: heggeroeës (Tienray), timpelteer: ± Veldeke De struiken (waaraan de hondsroos groeit) werdel wel genoemd tepeltère. Werklozen gingen ze in najaar en winter steken en verkochten ze aan de rozenkwekers tepeltère (Tienray), wilde roos: ± Veldeke de bloem werd algemeen genoemd wilde roeës wilde roeës (Tienray) | hageroos || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3 |
24873 | wilde tijm | tijm: Veldeke aangepast tijm (Tienray) | Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3 |
24557 | wilg (alg.) | miesjeswilg: - mieskes-wilg (Tienray) | wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3 |
24510 | wilgenkatje | katje: Veldeke aangepast katje (Tienray), miesje: mieske (Tienray), rattenstaart: rattestárt (Tienray) | De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || katje vd noteboom || wilgenkatje III-4-3 |
24519 | wilgenteen | wis: boes wisse (Tienray), wis (Tienray), Veldeke aangepast wis (Tienray) | bussel tenen || De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] || teen, voor het binden van takkenbossen III-4-3 |
21187 | wimpel | wimpel: wīmpel (Tienray) | een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1 |