e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijzers van het torenuurwerk wijzers: wiezers (Tienray) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wilde eend eend: èènd (Tienray) eend III-4-1
wilde gans gans: gans (Tienray) gans III-4-1
wilde koe wilde koe: weldǝ [koe] (Tienray) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11
wilde roos (hondsroos, enz.) heggenroos: heggeroeës (Tienray), timpelteer: ± Veldeke De struiken (waaraan de hondsroos groeit) werdel wel genoemd tepeltère. Werklozen gingen ze in najaar en winter steken en verkochten ze aan de rozenkwekers  tepeltère (Tienray), wilde roos: ± Veldeke de bloem werd algemeen genoemd wilde roeës  wilde roeës (Tienray) hageroos || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3
wilde tijm tijm: Veldeke aangepast  tijm (Tienray) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3
wilg (alg.) miesjeswilg: -  mieskes-wilg (Tienray) wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje katje: Veldeke aangepast  katje (Tienray), miesje: mieske (Tienray), rattenstaart: rattestárt (Tienray) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || katje vd noteboom || wilgenkatje III-4-3
wilgenteen wis: boes wisse (Tienray), wis (Tienray), Veldeke aangepast  wis (Tienray) bussel tenen || De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] || teen, voor het binden van takkenbossen III-4-3
wimpel wimpel: wīmpel (Tienray) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1