e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaliger gedachtenis ... zaliger: zaliger (Tienray) Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)] III-3-3
zaligheid zaligheid: zaligheid (Tienray) Zaligheid. [N 96D (1989)] III-3-3
zand strooien strouwen: kort  strŏŭwe (Tienray) Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)] III-2-1
zandbank bank: báánk (Tienray) zandbank, hoger gelegen deel van zand in een rivier of meer [bank, zandskel, zandbplaat, visplaat] [N 81 (1980)] III-4-4
zandkorrel, korreltje zand korentje: ps. boven de ö moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter is niet te maken! (of omspellen: ›?).  körke (Tienray), zandkorrel: zāndkorrel (Tienray) korreltje || zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Tienray) lijster III-4-1
zaniken, zeuren semmelen: Van Dale: semmelen, (gew.) 1. treuzelen, dralen, talmen; -2. wauwelen, zeuren; -3. brommen, mopperen.  semmele (Tienray), zagen: zage (Tienray), zaniken: zanike (Tienray, ... ), zemelen: Van Dale: semmelen, (gew.) 1. treuzelen, dralen, talmen; -2. wauwelen, zeuren; -3. brommen, mopperen.  zimmele (Tienray), zeuren: zeure (Tienray), zeveren: zeivere (Tienray) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] III-3-1
zedelijk slecht meisje fluit: fluit (Tienray), lellebel: lellebel (Tienray), loeder: loeder (Tienray), sloerie: sloerie (Tienray), vlemmentette: vlemmetette (Tienray) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] || lichtzinnige vrouw || vrouw die zich ordinair kleed m.b.v. de zinnen te prikkelen III-2-2
zedig zedig: zedig (Tienray) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4
zeef zij: zei̯ (Tienray) zeef voor vloeistoffen III-2-1