e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
burenovertrek verhuizen: verhuuze (Tienray) Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)] III-3-2
burgemeester burgemeester: Opm. is vroegere benaming.  d’n burgemeister (Tienray), burger: Opm. is latere benaming; meer populair.  d’n burger (Tienray) het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)] III-3-1
bus bus: bus (Tienray) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1
busbrood potweg: poͅtwɛx (Tienray) mik gebakken in een ijzeren kookpot met hengel boven open vuur III-2-3
buskruit pulver (<lat.): pōlver (Tienray) licht ontbrandbaar, ontplofbaar mengsel dat o.a. gebruikt wordt voor het afschieten van vuurwapens [buskruit, kruit, poeder] [N 90 (1982)] III-3-1
bussel kort stro krombos: (mv)  krombys (Tienray) Wanneer men het stro bijeengebonden heeft, ligt het graan op de dorsvloer, nog vermengd met eindjes kort stro, lege aren en kaf. Men harkt dan eerst de korte eindjes stro bijeen, en stopt deze in een bussel. Hier staan de benamingen voor deze bussel stro met harksel erin bijeen. [N 14, 29 en 33; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 48, 34.3b; Lu 2, 34.3b; monogr.; add. uit N 14, 25 en 28] I-4
bussel uitgedorst stro bos: bus (Tienray) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
buur nabuur: nāōber (Tienray) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurman nabuur: nāōber (Tienray) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt buurt: Opm. is latere benaming.  bürt (Tienray), nabuurschap: naoberskap (Tienray) het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)] III-3-1