e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fokbeer beer: biǝr (Tienray) Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.] I-12
fonkelen, flonkeren fonkelen: fónkele (Tienray) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drīnkgēld (Tienray), fooi: foeëj (Tienray) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
fopspeen lots: loets (Tienray) fopspeen III-2-2
franciscaan bruine pater (lat.): broene pater (Tienray), franciscaan: fransiscaan (Tienray) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
fret fret: fret (Tienray) Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)] III-4-2
fris weer kilderig: Nb. e meer palataal, ook in t nedeel.  kelderig (Tienray) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen rimpels trekken: rimpele trekke (Tienray) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit bewaren muiken: moͅi̯əkə (Tienray), muəkə (Tienray) halfrijpe appels en peren laten rijpen in een moeëk III-2-3
fruit eten groezen: grōēze (Tienray), grūzə (Tienray) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] || veel fruit eten III-2-3