e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortademig dempig: dempich (Tongeren) hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)] III-1-2
korte broek jongenbroek: [sic]  joŋəbruk (Tongeren), korte broek: kotəbruk (Tongeren), koͅtə bruk (Tongeren), ’n kotte broek (Tongeren) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] || korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
korte laars get: get (Tongeren), geͅtə (Tongeren), gètte (Tongeren), stramp: strampe (Tongeren, ... ), strampje: streͅmpkəs (Tongeren) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] || Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)] III-1-3
korte onderbroek? korte caleon (fr.): koͅtə kalsoŋ (Tongeren), onderbroekje: o.nərbry.kskə (Tongeren), ondərbrykskə (Tongeren), slipje: slipkə (Tongeren) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas stoep: stoep (Tongeren), stup (Tongeren), stoepjas: stupjas (Tongeren), surtout (fr.): Et. Fr. surtout.  sürtoe (Tongeren), wrvrske: [sub Addenda]  wêrëvrùske (Tongeren) kort overjasje dat tot aan de dijen reikt || korte overjas || korte overjas (voor kooplui) || overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korte zijkant van de mand kop: kop (Tongeren) Hoe heet verder in Uw dialect: korte zijkant van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
korteafstandsvlucht snelheid: snelheid (Tongeren), vitesse: vitesse (Tongeren) korte afstandsvlucht (minder dan 100 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
kortmeel kortmeel: kǫtmę̄.l (Tongeren), kǫtmę̄l (Tongeren) Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e] II-3
kortwieken snijden: snāi̯ǝ (Tongeren), vleugelen: vlø̄gǝlǝ (Tongeren) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kosten gelden: ps. omgespeld volgens IPA.  wōͅ geͅltat (Tongeren), waard zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  zin zə wi̯eͅt (Tongeren), ps. omgespeld volgens IPA.  wōͅ zinzə wi̯ēͅt (Tongeren) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1