e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwitantie kwitantie: ps. omgespeld volgens Frings.  kitansə (Tongeren), ps. omgespeld volgens IPA.  kwitansə (Tongeren) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
kyrie eleison kyrie eleison (<gr.): kréleison (Tongeren) Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3
la lade: lôi (Tongeren) la III-2-1
laag grond laag: luog (Tongeren), luəx (Tongeren) laag (znw) [ZND A2 (1940sq)] || laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4
laag schoven op de wagen ring: ra.ŋk (Tongeren), re.ŋk (Tongeren) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laaggelegen weidegrond broek: bruk (Tongeren) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagliggende akker del: dęl (Tongeren), in de del: en dǝ dęl (Tongeren), laag: li̯ē̜x (Tongeren) Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b] I-8
laagte in een akker del: dęl (Tongeren), slonk: sloŋk (Tongeren), zouw: zaw (Tongeren) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap del: dɛl (Tongeren) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) bot: bot (Tongeren, ... ), -&gt; e koppel botta, stevel vast aan schoen. Deftig.  bot (Tongeren), -&gt; e paor botte.  bot (Tongeren, ... ), -&gt; n paer botta.  bot (Tongeren), Et. Fr. botte; syn. stievël.  bòt (Tongeren), get: gette (Tongeren), -&gt; e koppel getta, stevel los van schoen, zooals de Belgische solde... Deftig.  get (Tongeren), stevel: stivəl (Tongeren), -&gt; e koppel stievels, stevel vast aan schoen. Meer volksch.  stievel (Tongeren), syn. bòt.  stīēvël (Tongeren) laars [ZND B1 (1940sq)] || laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] || Laars, een paar laarzen [ZND 37 (1941)] || Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3