e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontbijt s morgens, de -: ’s morgens (Tongeren) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: pèperkoek (Tongeren), Zó plat as ënë pêpërkoek  pêpërkoek (Tongeren) peperkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
ontbost terrein met een schop omwerken belken: bęlǝkǝ (Tongeren) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen belken: bęlǝkǝ (Tongeren), opvaren: opvu̯ǭrǝ (Tongeren) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
onthoudingsdag magere dag: ne maogere daog (Tongeren), vastendag: vastedag (Tongeren) Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)] III-3-3
ontlasting hebben afgaan: ôofgóin (Tongeren), bouten: Bargoens, sterft uit.  bòute (Tongeren), grote commissie doen: z`n grootë këmissë dun (Tongeren), kaka doen: Kindertaal.  kákká dun (Tongeren), kakken: kákke (Tongeren), naar achter gaan: nuw aater góin (Tongeren), schijten: sjaitë (Tongeren) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)] III-1-1
ontnaaid los: los (Tongeren) Losgelaten, gezegd van een naad. [N 62, 28] II-7
ontsteking verzwering: vërzwêering (Tongeren) Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik, zweer, (ver)zwering). [N 107 (2001)] III-1-2
ontsteking van de oogleden oogontsteking: oagontsteking (Tongeren) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: ontsteking van de oogleden (oogvliesjes)? [N 93 (1983)] III-3-2
onvast ter been (zijn) niet vast op de benen: ni vas op zən bein (Tongeren), onvast: onvas loupə (Tongeren), wankelen (ww.): waŋkələ (Tongeren) lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2