21971 |
duiven inzetten |
inkorven:
inkorven (Q162p Tongeren)
|
Hoe heet het inzetten van duiven in wedstrijden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22098 |
duiven keuren |
keuren:
keuren (Q162p Tongeren)
|
de duif keuren in het hok om over de deelneming aan een vlucht te beslissen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22035 |
duiven kweken |
kweken:
kweken (Q162p Tongeren)
|
Wat is de dialectbenaming voor: duiven houden voor de voortplanting alleen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22280 |
duiven ringen |
ringen:
réngë (Q162p Tongeren)
|
3. De duiven n ring om een pootje doen als herkenningsmiddel.
III-3-2
|
22113 |
duiven terugbrengen |
uitstellen:
eutstellen (Q162p Tongeren)
|
de duiven terugbrengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21965 |
duivenhok |
duifhuis:
daauwoes (Q162p Tongeren),
dǫu̯vǝs (Q162p Tongeren),
duivenkot:
dauvenkot (Q162p Tongeren),
Syn. sub dauvës.
dauvëkot (Q162p Tongeren),
duives:
dau.vəs (Q162p Tongeren),
Syn. dauvëkòt.
dauvës (Q162p Tongeren)
|
Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Duivenkot. [Willems (1885)] || Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
22156 |
duivenhok als een apart gebouw |
hofkot:
hofkot (Q162p Tongeren)
|
een duivenhok als een apart gebouw? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22079 |
duivenhok op een zolder |
zolderkot:
zolderkot (Q162p Tongeren)
|
een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21993 |
duivenklok |
automatique-constateur (<fr.):
automatic-konstateur (Q162p Tongeren),
constateur (fr.):
ku̞nstøtø:r (Q162p Tongeren),
Fr. constateur.
kónstëteur (Q162p Tongeren),
junior:
junior (Q162p Tongeren),
klok:
inbrengen van de klokken (Q162p Tongeren),
toulet:
toulet (Q162p Tongeren),
I, II (L.S., pag. 28).
toéllè (Q162p Tongeren)
|
1. Tijdopnemer (duivenspel). || Constateur: 1. Tijdopnemer (bij het duivenspel 2. Tijdmeter (door den opnemer gebruikt). || de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] || de klok van de speler? [N 93 (1983)] || Individuele duivenconstateur (merk Toulet).
III-3-2
|
22096 |
duivenkweker |
kweker:
Opm. v.d. invuller: in het Tongers: Botti.
kweker (Q162p Tongeren)
|
een persoon die duiven houdt om te kweken en te verkopen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|