e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsbeuk dwarsbeuk: de dwársbeuk (Tongeren) Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)] III-3-3
dwarsdrijven terwarsdrijven: terwjës draaive (Tongeren), et. Fr.? (de travers) of cont. met twers>tëwers>tëwers(:dwars)?  tërwièsdraivë (Tongeren) dwarsdrijven || Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver terwarsdrijver: wao ne terwjësdraaiver (Tongeren), et. Fr.? (de travers) of cont. met twers>tëwers>tëwers(:dwars)?  tërwièsdraivër (Tongeren) dwarsdrijver || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dweil huisdoek: haosdoek (Tongeren, ... ), haou̯sdoek (Tongeren), hausdoek (Tongeren) dweil || Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)] III-2-1
dweilen opvegen: òpvêgë (Tongeren), Uitdrukking: në hausdoek dùr dë haus gooië (= vlug het werk doen). In dit geval gebruikt men het lidwoord \"de\"i.p.v. \"het\".  òpvêegë (Tongeren), schrobben: sjoonmôokë (Tongeren) Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] || opnemen met een dweil III-2-1
dwingen dwingen: dweŋə (Tongeren, ... ) dwingen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): óddëklòin (Tongeren) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] III-1-3
echte koekoeksbloem koekoek: kukuk (Tongeren) Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.] I-5
echtgenoot halve trouwboek: humor.  mënë haavë tròuwboek (Tongeren), man: mënë man (Tongeren) man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] III-2-2
echtgenote halve trouwboek: humor.  mënë haavë tròuwboek (Tongeren), vrouw: m’n vròuw (Tongeren) vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2