33259 |
inkarnaatklaver, franse klaver |
franse klee:
fransǝ [klee] (Q162p Tongeren)
|
Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.]
I-5
|
21687 |
inkomsten |
inkomen:
ps. omgespeld volgens Frings.
eŋ kōmə (Q162p Tongeren),
intrek:
ps. omgespeld volgens IPA.
eͅntrek (Q162p Tongeren)
|
inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21691 |
inkopen gaan doen op de markt |
de markt opgaan:
ps. omgespeld volgens IPA.
ixoi̯n də mēͅrdop (Q162p Tongeren),
markten:
ps. omgespeld volgens Frings.
mēͅrtə (Q162p Tongeren)
|
inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22289 |
inkorven |
inkorven:
énkùr"vë (Q162p Tongeren),
Dë dauvë énkièvërë: in korven zetten. I, II (vkt. duivenmelker).
énkièvërë (Q162p Tongeren)
|
Inkorven (v. duiven) (duivenmelkerij). || Inkorven.
III-3-2
|
21498 |
inkt |
inkt:
das blaan ēnk (Q162p Tongeren),
das blaä énk (Q162p Tongeren),
dat és blaa-an éénk (Q162p Tongeren),
é van chanté
das blaa-a énk (Q162p Tongeren)
|
Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21414 |
inktpot |
inktkoker:
enkwoker (Q162p Tongeren)
|
inktpot [ZND 45 (1946)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
ē.nkǫu̯lǝ (Q162p Tongeren),
intommen:
ę.ntumǝ (Q162p Tongeren)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
25449 |
inkuipen |
op zijn plak leggen:
ǫp zǝn plak lɛgǝ (Q162p Tongeren)
|
De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.]
II-1
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
e.nlęgǝ (Q162p Tongeren),
ē.nlęgǝ (Q162p Tongeren)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
20906 |
inmaken |
inmaken:
énmôke (Q162p Tongeren),
opleggen:
van etenswaar
òplèggë (Q162p Tongeren),
opsteken:
Bó¯ttër wiènt én déssêmbër òpgëstêkë
òpstêkë (Q162p Tongeren)
|
groenten, fruit in potten met conserveermiddelen voor later gebruik gereedmaken, conserveren,konfijten || inmaken
III-2-3
|