e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rapen rapen: rǭ.pǝ (Tongeren) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rasp (Tongeren, ... ) rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
raspen, grof vijlen raspen: raspǝ (Tongeren) Een stuk hout met een houtrasp of een grove houtvijl een eerste, ruwe bewerking geven. [N 53, 158a; monogr.] II-12
rat rat: rat (Tongeren, ... ) rat [ZND A1 (1940sq)] III-4-2
ratel van witte donderdag ratel: dë raotël (Tongeren) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
rauw rauw: roͅu̯ (Tongeren) rauw (niet gekookt) [ZND A2 (1940sq)] III-2-3
ravotten afbratsen: Dai këjúng kónnë wat ôofbratsë.  ôofbratsë (Tongeren), rotsen: ròtsë (Tongeren) Dartel en ondeugend spelen, heen en weer lopen, zich uit de voeten maken. || Kleren verslijten door overal te ravotten of rond te zwerven. III-3-2
recht uit de richting van de losplaats aankomen koordrecht: koordrecht (Tongeren), uit het gat: uit het gat (Tongeren) Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen recht vooruitstoten: mɛtə ɛrəm reXv"raut (Tongeren), stoten: stōte (Tongeren) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte, vormeloze benen olifantenbenen: olifantenbenen  woͅile fānte beͅijn (Tongeren), spillebenen: spillebɛɛin (Tongeren), stokken: stekə (Tongeren) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1