e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lai̯.f (Tongeren) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valdeur aan duiventil spoetnik: spoetnik (Tongeren) Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)] III-3-2
valeriaan valeriaan: [Valeriana off.]  vàllëriàan (Tongeren) valeriaan III-4-3
valhoedje valhoedje: valhüdsje (Tongeren) valhoedje, i.e. hoedje uit gevlochten spiere (halmen), hebbend een dik gevulde rand om het hoofd van kinderen te beschermen bij een eventuele val. III-1-3
vallen vallen: vallen (Tongeren), vále (Tongeren), [~an]  vallen (Tongeren) vallen [ZND 46 (1946)], [ZND m] III-1-2
vals vals: vals (Tongeren) vals III-1-4
vals spel foetelarij: dë fōētëlërāj (Tongeren), gefoetel: `t gëfōētël (Tongeren) oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij] [N 112 (2006)] III-3-2
vals spelen foetelen: fōētëlë (Tongeren), ’fu:tələ (Tongeren), Nl. foeteren (Hgd. futtern) < Fr. foutu, waarin drie woorden samengevallen zijn: 1. Lat. futare stoten, 2. Lat. futuere paren, 3. Nl. vod (prul, iets belachelijks).  fōētëlë (Tongeren) Bedriegen bij het spel (vals spelen). [ZND B1 (1940sq)] || Vals spelen. || vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] III-3-2
valse plooi valse plooi: valse plooi (Tongeren) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsspeler foetelaar: dë fōētëlêr (Tongeren), fōētëlêr (Tongeren) iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] || Valsspeler. III-3-2