e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterpokken waterpokken: woittërpòkkë (Tongeren), wijnpokken: wājnpòkkë (Tongeren), windpokken: wéndpòkkë (Tongeren) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)] III-1-2
waterput put: pyt (Tongeren, ... ), pøt (Tongeren), pøͅt (Tongeren) [N 12 (1961)] [RND 08] [Willems (1885)] I-7
watersnip watersnip: wōͅtərsnøͅp (Tongeren) watersnip (27 lange recht bek; vliegt plotseling op van de waterkant; zigzagvliegend; houdt hoge stijg- en daalvluchten en maakt daarbij mekkerend geluid; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
waterspin waterspin: woͅi̯tərspen (Tongeren) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
watervoor watervoor: wǫi̯tǝr[voor] (Tongeren) Een watervoor is een meestal wat diepere voor die men vóór de winter over de akker trekt, om overtollig water te laten afvloeien. Een watervoor kan dwars op de normale ploegvoren liggen, in het midden van de akker (bij uiteenploegen), tussen de delen van een in panden geploegde akker of ook wel om de (reeds ingezaaide) akker heen. In het algemeen brengt men watervoren aan op laaggelegen of natte gronden, akkers met een laagte erin of op een hellende akker om te voorkomen dat de grond wordt uitgespoeld. De benamingen kunnen ook gebruikt worden voor de middenvoor (omdat deze vaak als watervoor fungeert), verder voor de brede of grove voren van een akker die "op de wintervoor" is gelegd om hem te laten uitvriezen of voor ondiepe waterlopen, greppels en geulen in het algemeen. [N 11, 59b; N 11A, 137k; N 11A, 137i add.; div.] I-1
wbd: afzeggen ongeldig (bn.): ps. omgespeld volgens Frings.  ongeͅldix (Tongeren) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek vaste markt: ps. omgespeld volgens Frings.  vastə mēͅrt (Tongeren) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: ps. omgespeld volgens IPA.  təmetløtəzitə (Tongeren) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: ps. omgespeld volgens Frings.  kōtxeͅlt (Tongeren), ps. omgespeld volgens IPA.  kōtgēͅlt (Tongeren) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor laten: ps. omgespeld volgens Frings.  vør dēͅ prais loͅit six (Tongeren), ps. omgespeld volgens IPA.  ix løt sə ux (Tongeren) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1