e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pafferig dik, opgeblazen van lijf kwabbelig: kwabbelig (Tungelroy), opgeblazen (dik): opgeblaoze (Tungelroy), vet: vét (Tungelroy) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak slaag rammel: rammel (Tungelroy), schoor: sjoor (Tungelroy), sjoôr kriêge (Tungelroy, ... ), slaag: sleeg (Tungelroy), smeer: smeer (Tungelroy), smeer gaeve (Tungelroy) een pak slaag krijken || Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum pak: pak (Tungelroy, ... ) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
paling, aal aal: aol (Tungelroy), oâl (Tungelroy), lang en dik, altijd in de modder  aol (Tungelroy), paling: poâling (Tungelroy), de aal is dikker en langer; de paling is dun en kort  poaling (Tungelroy), kort en dun  paoling (Tungelroy) aal || aal, paling [DC 10 (1941)] || paling III-4-2
palmboompje palmboom: pallembaum (Tungelroy), palmstruik: pallemstroêk (Tungelroy) palmboom || palmstruik, buxus III-4-3
palmbosje palmen (mv.): palme (Tungelroy) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmprocessie palmprocessie (<lat.): palmprocessie (Tungelroy) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmtakje: palmtekske (Tungelroy) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen korenpalmen: korepalme (Tungelroy) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmwijding: palmwiejing (Tungelroy) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3