e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijf centiem knab: (2 1/2 cent = z؉s).  knap (Tungelroy), knabje: knepke (Tungelroy) een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] III-3-1
vijf frank vijf frank: vief frang (Tungelroy), Note: invuller schrijft hierbij als antwoord "gewoon"; wordt er dan dit bedoelt?!  5 frang (Tungelroy), vijf-frankstuk: vief frang stök (Tungelroy) 5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijf-guldenstuk gouden vijfje: gouwe viefke (Tungelroy) vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: kwartje (Tungelroy) een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] III-3-1
vijftig frank vijftig frank: Note: invuller schrijft hierbij als antwoord "gewoon"; wordt er dan dit bedoelt?!  50 frang (Tungelroy) 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijfvingerkruid vijfvingerkruid: viefvingerkroed (Tungelroy), -  vief vingerkroed (Tungelroy) vijfvingerkruid [DC 60a (1985)] || Vijfvingerkruid (potentilla reptans 30 tot 60 cm groot. De stengels zijn lang kruipend en onvertakt, meestal wortelend; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig en lang gesteeld. De blaadjes zijn eivormig, gekarteld-gezaagd en aan de onderkant meestal zacht beh [N 92 (1982)] III-4-3
vijg vijg: WLD  viēg (Tungelroy) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
vijl vijl: vil (Tungelroy) De vijl waarmee men de onderrand van de krabber scherp maakt. [N 28, 123] II-1
vijlen vijlen: vīlǝ (Tungelroy) Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.] II-12
vijver kuil: koēl (Tungelroy), vijver: viever (Tungelroy, ... ), wijer: wiejer (Tungelroy, ... ) klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)] III-4-4