e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cementen strekel streek: [streek] (Tungelroy) Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82] I-3
cementmortel specie: spēsi (Tungelroy) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cent cent: cent (Tungelroy), sent (Tungelroy) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiare, maat van 1 m2 centiare: centiaar (Tungelroy), sentiaar (Tungelroy) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
centiem centiem: centiem (Tungelroy) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
centrale verwarming verwarming: vərwøͅrəmeŋ (Tungelroy) verwarming III-2-1
cervelaatworst droogworst: drūū.gwòrst (Tungelroy), drūūgworst (Tungelroy), saucijs: sesiês (Tungelroy) droogworst [N 06 (1960)] || saucijsje, gekruid niet gerookt worstje, droogworst of cervelaat III-2-3
chagrijn chagrijn: sjagriēn (Tungelroy), chagrijnig: sagrijnig (Tungelroy) een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
christoffelmedaille sint-christoffer: sint christoffer (Tungelroy) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
chrysant chrysant: kresant (Tungelroy, ... ), -  krisant (Tungelroy), margriet: margriet (Tungelroy), sintkatriensbloem: sintketriensbloom (Tungelroy) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [DC 60a (1985)], [N 73 (1975)], [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: chrysanthenum frutescens [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: chysanthenum morifolium of indicum als snijbloem [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: troschrysanten [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende vaste planten: aster novae angliae (herfstaster) [N 73 (1975)] III-2-1