e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fonkelen, flonkeren flonkeren: flonkere (Tungelroy), (floonkerdje-gefloonkerdj).  floonkere (Tungelroy), fonkelen: foonkele (Tungelroy) flonkeren || levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drinkgeldj (Tungelroy), fooi: foeej (Tungelroy), fôêj (Tungelroy) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
fopspeen fiep: fiep (Tungelroy), fieper: fieper (Tungelroy), fots: ontrondingsgebied???; cf. VD s.v. "fots(e)"II. 1 oude lap; Mar.: meer bedoeld als een zuigdotje??  fiets (Tungelroy), lots: lòts (Tungelroy), tutter: tutter (Tungelroy), tuttertje: tutterke (Tungelroy) fopspeen || fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
forsgebouwde koe zware koe: zwǭr ku (Tungelroy) [N 3A, 141a] I-11
framboos hennenbeer: hinnebeer (Tungelroy, ... ), framboos  hinnebeer (Tungelroy), mv: -e  hinnebeere (Tungelroy) [DC 13 (1945)]framboos || Hoe noemt u de framboos in het algemeen (uitspraak) [N 72 (1975)] I-7
franciscaan bruine pater (lat.): broene paater (Tungelroy) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
fret fret: fret (Tungelroy) fret III-4-2
fris weer koud: kaod (Tungelroy) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronselen: fronsele (Tungelroy), froonsele (Tungelroy), rimpelen: rumpele (Tungelroy) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten snatsen: snaatse (Tungelroy, ... ) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] || snaaien, veel fruit eten III-2-3