e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorts koorts: korse (Tungelroy) koorts III-1-2
koorzanger zanger: zenger (Tungelroy) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koot achterste koot: ɛxǝlstǝ kut (Tungelroy), koot: kōǝt (Tungelroy), voorste koot: vø̜rstǝ kut (Tungelroy) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
kop kop: kǫp (Tungelroy) De korte smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17c; N 98, 171; monogr.] II-8
kop van de schoof kop: kǫp (Tungelroy) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kop verwijderen afsnijden: āfsni-jǝ (Tungelroy) Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.] II-1
kopdorser hekelmachine: hēkǝlmǝšin (Tungelroy), kromdorser: krōmpdǫrsǝr (Tungelroy) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopen kopen: koupe (Tungelroy) kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koper poetsen poetsen: putsə (Tungelroy) metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
kopergeld kopergeld: keupergeldj (Tungelroy) koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)] III-3-1