25653 |
opbakken |
opbakken:
opbakǝ (L318b Tungelroy)
|
In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.]
II-1
|
25581 |
opbollen |
bollen maken:
bø̜l mākǝ (L318b Tungelroy),
rollen:
rǫlǝ (L318b Tungelroy)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
winst:
winst (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33205 |
opbrengst van een aardappelstruik |
bos:
bǫs (L318b Tungelroy)
|
Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19]
I-5
|
17897 |
opeenschuiven |
stroppen:
ströppe (L318b Tungelroy)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
koupdaag (L318b Tungelroy),
veiling:
veiling (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
verkoop:
verkoup (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
steenweg:
steinweeg (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
hondsgetuig:
informant: wordt spottend gebruikt
hönsgetuug (L318b Tungelroy),
onderboks:
ongerbóks (L318b Tungelroy),
snelzeiker:
De vrouwen zegen in vroeger tijd na de hoogmis in de greppel naast de kerk neer om een plas te doen, hoefden daarbij hun directoire niet uit te doen. Bovendien drogen ze wijde rokken. Eig. twee losse pijpen, die van boven met een band aan elkaar zaten.
snêlzeiker (L318b Tungelroy),
zelfpisser:
De vrouwen zegen in vroeger tijd na de hoogmis in de greppel naast de kerk neer om een plas te doen, hoefden daarbij hun directoire niet uit te doen. Bovendien drogen ze wijde rokken.
zellefpisser (L318b Tungelroy)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] || vrouwenonderbroek (directoire) met spleet, snelzeiker
III-1-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
galmgat:
galmgaat (L318b Tungelroy)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18163 |
opereren |
opereren:
opereere (L318b Tungelroy),
operere (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
opereren || Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|