e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): petroen (Tungelroy) Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
paus paus: pous (Tungelroy) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauselijke zegen pauselijke zengel: pauselike zèngel (Tungelroy) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauzeren tukken: tukke (Tungelroy, ... ) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4
peen, wortel moren: moeër (Tungelroy) I-7
peer, soorten appelpeer: peer met de vorm ve appel  appelpaer (Tungelroy, ... ), herenpeer: hieërepaer (Tungelroy), ijzelpeer: met harde schil, "herenpeer  hiêselpaer (Tungelroy), klotspeer: ronde soort  klòtspaer (Tungelroy), kreegspeer: met bruine schil  kreespaer (Tungelroy), langstaart: langstert (Tungelroy), peer: paer (Tungelroy), varkenspeer: waarvan oofte werden gemaakt  verrekespaer (Tungelroy), winterpeer: ronde soort  weentjerpaer (Tungelroy) appelpeer || herenpeer || peer || peer, soort I-7
peetoom peetoom: paetoeme (Tungelroy, ... ), peter: peter (Tungelroy, ... ), peteren: peetere (Tungelroy) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peetoom III-2-2
peettante meter: maeter (Tungelroy, ... ), meeter (Tungelroy), peet: peet (Tungelroy), peettante: paettante (Tungelroy, ... ) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || peettante III-2-2
pekel pekel: peekel (Tungelroy), pēkǝl (Tungelroy) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] || pekel II-1, III-2-3
pekelkuip tob: tǫb (Tungelroy) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1