e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raket hennekruid: hinnekroed (Tungelroy) Gewone raket (sisymbrium officinale 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn behaard, de zijtakken groeien afstaand; de bladeren zijn diep ingesneden en gedeeltelijk spiesvormig met 2 slippen aan de voet, de bladeren zijn kort behaard; de bloemen zijn klein [N 92 (1982)] III-4-3
ramen lappen lappen: lappe (Tungelroy), ramen wassen: rame wasse (Tungelroy), ruiten wassen: rūtəwasə (Tungelroy), wassen: wasse (Tungelroy), zemen: zieme (Tungelroy) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] || ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammelaar (Tungelroy), rekel: raekel (Tungelroy) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || mannetje v hond, vos, konijn III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Tungelroy, ... ) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rand van een hoed luif: luif (Tungelroy, ... ) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] || rand van een hoed, luifel III-1-3
randjesbloem randbloem: -  randjbloom (Tungelroy) randjesbloem [DC 60a (1985)] III-2-1
rank rank: rânk (Tungelroy), reng (mv.): WLD  reng (Tungelroy), renj (Tungelroy) rank ve klimplant || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rank paard (een) luxe: lyks (Tungelroy) Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l] I-9
ransuil bosuil: bosuul (Tungelroy) uil: ransuil (36 oorpluimpjes, bijna alleen in mastbossen; broedt in oud kraaienest; roep [oe-oe-oe-oe] [N 09 (1961)] III-4-1
ranzig garstig: gessig (Tungelroy), gistig (Tungelroy), gools: goals (Tungelroy) ranzig spek || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3